Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], De luiaard [30]is wijzer in zijn ogen, dan [31]zeven, die [32][met] rede antwoorden. 30. Zie boven vs.5, en onder hfdst.28 vs.11. 31. Dat is, van velen. Het is een zeker getal voor een onzeker; zie boven hfdst.6 vs.31. 32. Dat is, die redelijk of vernuftig, of met goed verstand en recht oordeel kunnen spreken. Van het Hebreeuwse woord, zie Job 12:20, op het woord oordeel.